Komt jongens, nu op pad
Naar ‘t heerlijk frissche bad.
Wie Vuilpoets willen heeten,
Die moeten ‘t zelf maar weeten.
Als wij ons wasschen van hoofd tot voet,
Gaat straks het leeven weer eens zo goed.
Hoezee voor ‘t bad! Hoezee voor ‘t bad!
Op de plek van dit appartementen-complex aan de Thorbeckelaan stond tot 2012 het Badhuis Ondiep. Deze wijk dateert van de jaren 1920 en bestond destijds voornamelijk uit arbeiderswoningen zonder de ‘luxe’ van een badkamer of douche.
In de negentiende eeuw groeide het besef dat hygiëne van groot belang was voor de volksgezondheid. De eerste badhuizen in Utrecht, aan de Catharijnekade en de Nachtegaalstraat, werden in de praktijk alleen bezocht door de gegoede burgers die het zich konden veroorloven.
Rond 1900 gingen maatschappelijke organisaties als vakbonden, politieke partijen en schoolbesturen zich beijveren voor de oprichting van breed toegankelijke openbare badvoorzieningen. In 1904 werd het eerste openbare badhuis van Utrecht geopend aan het Koekoeksplein in de Vogelenbuurt. In de jaren daarna volgden badhuizen in andere wijken, zoals aan de Kanaalstraat, de Zonstraat, het Willem van Noortplein, de Laan van Nieuw Guinea en de Spaarnestraat. Ook het zwembad OZEBI aan de Biltstraat fungeerde als openbare badvoorziening. Badhuis Ondiep werd geopend in 1926. Vlak na de Tweede Wereldoorlog werd het laatste badhuis in Utrecht geopend aan het toenmalige Houtplein, in een wijkje dat speciaal was gebouwd voor ‘gezinnen die bijzondere aandacht nodig hadden’.
Architectuur
De badhuizen waren soms fraaie voorbeelden van de architectuur uit die tijd. Het water werd verwarmd met steenkool of stadsgas. In het begin moest de bevolking eraan wennen: de mensen waren het niet gewend en niet iedereen kon zich de ‘sproeibaden’ (douches) veroorloven. Om de bevolking van jongs af aan vertrouwd te maken met persoonlijke hygiëne, werden leerlingen van lagere scholen iedere week verplicht (en gratis) naar het badhuis gestuurd. De rijen kinderen die met hun meester of juf op bijna militaire wijze naar het badhuis marcheerden waren een vertrouwd tafereel. Het stichtelijke lied hierboven werd meer dan eens gezongen, zowel onderweg als onder de douche.
Wachttijden
De educatieve inspanningen hadden succes, en al gauw kregen de badhuizen te kampen met wachttijden. Met snerpende fluitjes hielden strenge badmeesters de tijd in de gaten, en wie niet snel genoeg was werd getrakteerd op een koude douche. In een conference schetst geboren en getogen Utrechter Herman van Veen een mooi beeld van hoe zo’n bezoek aan het badhuis verliep.
Woningwet
In 1965 werd in de Woningwet vastgelegd dat voortaan alle woningen (dus ook bestaande) moesten beschikken over een eigen badvoorziening. Het gebruik van de badhuizen liep terug en de een na de ander ging dicht. Badhuis Ondiep werd gesloten in 1972. Het pand fungeerde nog even als buurthuis en is in 2012 gesloopt ten behoeve van de bouw van dit appartementencomplex. Met voor elke woning een eigen badkamer.