Citaten uit Crones werk op gevels en plaquettes in Utrecht
Oudkerkhof 26 – trottoir: ‘Utrecht, stad van zachte idioten, ik werd er zelf geboren.’ (Ongepubliceerde notities, ca. 1940)
Nicolaasdwarsstraat 5 – zijgevel: ‘Het Klaasje had veel noten op zijn zang. Het leek of ze rond haar hoofd krijgertje deden, het ene oor in en hetzelfde weer uit, of het andere.’ (Muziek over het water, 1940)
Lichtegaard 8 – zijgevel: ‘Later stond hij in de Lichte Gaard naar de sterren te kijken. Nu had hij bij zijn verdriet nog de hik gekregen.’ (Het feestelijke leven, 1939)
Begijnekade/hoek Van Asch van Wijckskade – zijgevel Sint Gregorius College: ‘Het werd een kille avond met een kring van nevel om de maan. Bij de Begijnekade stond een troepje heilsoldaten God te loven en ze haastten zich voorzeker niet; tot op de Wittevrouwensingel klonk hun zalvend lied haar in de oren.’ (Muziek over het water, 1940)
Jaarbeursplein – ombouw lift naast roltrappen van/naar ingang Centraal Station: ‘En hoe verder hij ging des te langer was zijn terugweg.’ (Het feestelijke leven, 1939)
Bruntenhof/hoek Schalkwijkstraat – beeld: ‘… en hoe verder hij ging des te langer was zijn terugweg.’ (Het feestelijke leven, 1939)
Bruntenhof/hoek Schalkwijkstraat – tuin: ‘Man met schuiftrompet’ 1979 (door Hans Bayens), gebaseerd op een personage uit Crones verhaal De schuiftrompet (1936)
Nieuwegracht 185 – muur museumtuin: ‘De oude Hortus’ ‘Zo mooi als dat keer waren de kastanjebomen nooit geweest, vermoedde ze. Wie voorbij de Magdalenabrug onder de Linden liep, en nergens stilstond van bewondering, was zeker stekeblind.’ (Muziek over het water, 1940)
Geertestraat/hoek Oudegracht – zijgevel: ‘In de verte schetterde een fanfare. Er was weer feest in de Geertestraat’. (Het feestelijke leven, 1939)
Arthur van Schendelstraat 650 – Het Nieuwe Kantoor, eerste verdieping, te bezichtigen tijdens kantooruren: ‘In het Hieronymusplantsoen wees alles erop, dat het lente werd. Hij dacht aan het landschap, dat op het draaiorgel geschilderd stond. Daarna ging hij langs Lepelenburg en Servaasbolwerk naar Manenborch. Het klokkenspel van de Klaastoren klonk vreemd door de morgennevel heen. Het werd al zonniger. Bij het Geertebolwerk ging hij op een bankje zitten. […] In de Catharijnesingel zwommen twee zwanen’. (Het feestelijke leven, 1939
Oudegracht 401 – hal van het appartementencomplex in voormalige Martinuskerk, particulier: ‘”De gracht en altijd weer de gracht maar langs” bedenkt hij wrevelig.’ (Gymnasium en liefde, 1936)
Van der Duijnstraat 2 – trottoir: ‘Omdat de letters van de krant voor zijn ogen dansten, liep hij de kamer heen en weer. Zijn gummihakken maakten kusgeluidjes op de pas geboende vloer.’ (Het feestelijke leven, 1939) ‘Ze liepen naar het Wilhelminapark. Daar sproeide de fontein. De zon gaf aan de druppeltjes de kleuren van de regenboog.’ (Muziek over het water, 1940)